Park ranger epic moments
Door: Liseterik
Blijf op de hoogte en volg Liset
22 Augustus 2016 | Canada, Kootenay National Park
Bovenaan de berg zijn er veel bloemetjes te zien. Twee tourbusjes met Nederlanders hebben een menopauzale menigte uitgespuwd welke een verhitte discussie krijgen over Edelweiss. We mengen ons er maar niet in want de kunstgebitten zien er vlijmscherp uit – maar het was geen Edelweiss. Verder op de berg komen we bij een gehavend wandelroutenetwerk: door beren is ongeveer driekwart van de routes afgezet met een rood lintje. Leuk genoeg mag je wel de wandelroute midden tussen de andere routes doorlopen. De beer zal het lintje ook wel snappen. Na wat ooh’s en aah’s gaan we weer naar beneden om door te crossen naar het volgende nationale park: Glacier.
Behalve dat in Glacier enorm coole bergen te zien zijn, zo scherp als het eerder beschreven kunstgebit, hebben ze er ook een camping in de bossen. Bear in zijn natuurlijke habitat gezet en we gaan naar de wandelroutes kijken. Ongeveer de helft moet hier gedaan worden met 4 personen of meer; dit is een wettelijke eis. Minder mensen bij elkaar en je riskeert een boete van 115 Canadese roepies. Erik vindt het maar vreemd, wil een ranger deze komen uitschrijven moeten zij ook met zijn vieren zijn. Als angsthazen voor de wet durven we het niet aan en beklimmen een andere berg die wel in tweetallen mag. We hebben er geen spijt van. Hoewel het meertje waar je eigenlijk naartoe loopt verschrikkelijk saai is, kun je als je het meertje voorbij loopt op de klif van de berg gaan zitten. Op deze klif kun je de gehele vallei zien, met bergen, watervallen, weg en rivier. We zitten er samen met twee vrije geesten – hippies – die ons aanraden naar Bugaboo te gaan. Dit kleine parkje ten zuiden van ons heeft echter zo’n 40 km aan gravelweg als entree, dus helaas slaan we die maar over. Twee Nedelanders raden ons nog aan om 600 meter hoger te klimmen tot de top, maar we vonden onze 450 al hoog genoeg. We rollen terug naar de camping en slapen er nog over.
De volgende dag zetten we ons nog een keer in om toch een wandeling met vier personen te regelen. De verboden zijde van de vallei bevat namelijk alle gletsjers en we zijn in Glacier national park. We willen een makkelijke doen, maar de enige mensen die wandelmaatjes zoeken willen een gemiddelde wandeling doen. Ach gemiddeld, wat kan er nou erg aan zijn. De club van Einstein – het kan niet 1 persoon zijn die zoveel fout doet – heeft bedacht dat het een goed idee was om de lengte van het begin tot het einde te pakken en de hoogtemeters ook, en op dat ratio een indeling te bepalen. De praktijk leert echter dat we 4km relatief plat lopen en dat in de laatste 2,5km de rest van de 900 hoogtemeters erbij komen. Daarbij gaan we recht over de bergkam, waardoor we aan twee kanten een mooi uitzicht omlaag hebben; om het positief te bekijken. We doen deze wandeling met twee Canadezen die boven blijven bij de hut en twee aussies die met ons meegaan naar beneden zodat we niet op de bon worden geslingerd.
Als we eindelijk na veel puffen, kreunen en klauteren bovenaan staan denken we wel veilig te zijn voor de beren - de reden dat je met 4 mensen samen moet. We staan immers op de gletsjers. Als dan een andere wandelaar aangeeft drie grizzlies te zien op het ijs aan de andere kant van de bergkam wensen we onze Canadeze medewandelaars veel succes in hun gammele hut met outhouse en peren hem af naar beneden. Afperen is een groot woord in deze, de steile helling met losse stenen laat enkel het tempo toe dat je op je kont omlaag kan kruipen. Liset beweert meerdere hartaanvallen te krijgen, maar ziet er nog best goed uit voor iemand die dood hoort te zijn; ze mag mee terug naar de camping. De aussies zijn eigenlijk Britten die zijn verhuist. Dillema: moeten we deze Britten ook nog haten? Deze zijn al uit de EU, dus we geven ze het voordeel van de twijfel. Als dokter en projectmanager hebben ze genoeg verhalen om de afdaling vol te lullen en met meer informatie over de Australiërs bereiken we de bodem. Eenmaal bij de bodem (18:30) moeten zij nog naar Banff om hun B&B te halen. Twee uur rijden moet opzich kunnen. Wijzelf gaan verder naar Golden voor een camping met slangetjes om aan de camper te koppelen: we moeten onze tanks legen en onze batterijen opladen.
Na een overnachting op de lokale overnachtingscamping slingeren we de camper aan om nog eenmaal, om het af te leren, te gaan discgolfen. Toen we in Vernon (200km verderop) naar een Disc-golf baan vroegen, kwamen ze met de baan die in Parson (naast Golden) moet liggen: 51 holes Golf-Mekka. Ofja, zo noemt de eigenaar het. De eigenaar noemt zichzelf ook: “The Wizzard”. Waarschijnlijk begrijp je wel in welk gezelschap we verblijven, mocht het uigeschreven moeten worden: De aluminiumhoedjes gemeenschap. Toegegeven, de baan is echt erg gaaf. Behalve de standaardholes met een mand met kettingen erin heeft hij alles langs de weg opgeraapt en doelwitten van gemaakt: kruiwagens, winkelwagens, borden, autobanden, bumpers en houten planken. De 38 holes (we missen er 13, maar ach, The Wizzard zal wel erelid zijn van de club van Einstein) gaan in sneltreinvaart voorbij. Niet omdat wij beter en beter worden, maar door de overvloed aan muggen die zelfs de 3-dubbele laag deet weten te negeren. Met zo'n 30 muggen entourage per persoon knallen we alle targets af met Skeeter en Gazelle.
Na Golden schuiven we Kootenay National park binnen: de Rockies. Kootenay en zijn broertje Yoho zijn gave parken, die de pech hebben naast de geweldige parken Jasper en Banff te liggen. Kootenay heeft 13 jaar geleden een studentenfeest van Erik gehad, voor 40 dagen. Mocht je Eriks feesten gemist hebben, of mocht alcohol een gat in je geheugen hebben geslagen: een bosbrand. Het geeft een mooie samenstelling van jong opbloeiend bos en een zwarte meerderheid die nog om moet vallen. Ondanks de berenwaarschuwing op onze camping doen we even een avondrondje om wat mooie vergezichten te scoren. Ook lopen we door een canyon welke bordjes heeft neergezet hoelang de waterval erover heeft gedaan: 18.000 jaar voor ongeveer 1 kilometer. En dan zeggen sommige mensen dat wandelen traag is. Liset wil Erik nog vermoorden omdat hij haar op een steen zet waar ze niet meer vanaf komt. Voordelig genoeg voor Erik kan ze mooi afkoelen terwijl ze er toch niet afkomt, waardoor Erik nu nog leeft.
De volgende dag verlaten we de camping en doen we nog een wandeling in de buurt. Een familie van pizzavreters staat met elkaar te communiceren. Ze vragen of we naar boven gaan; wij bevestigen. Zij zeggen dat er bosjes staan; wij bevestigen. Zij vragen of er geen beren zijn; Erik zegt dat we 4 kleine meisjes die er net aan komen lopen voorop sturen en dat ze in ieder geval geen honger meer hebben als wij er zijn. Iedereen komt veilig boven aan, waarna Erik nog eens 200 meter verder klimt op losse stenen op zoek naar een beter uitzicht op de gletsjer. Zonder resultaat keert hij terug en wij gaan weer terug naar de camper. We trappen Bear weer aan en gaan naar Yoho.
In Yoho hebben ze de spiral tunnels: een spiraal waar de trein over zichzelf heen rijdt terwijl hij klimt naar boven. We staan even bij een uitzichtpunt, maar hebben geen zin om lang te wachten tot de trein komt. Bij het bezoekerscentrum komen we bij een jolige ranger die met veel woorden uitlegt dat we te laat zijn: alle wandelingen zijn langer dan onze avonduren toelaten. Hij tekent nog een route op onze kaart voor het geval we een afslag missen: met 2 lussen kun je de andere kant op. "You drew a penis on our map", zegt Erik. "Yea I know, this is the only fun part about my job... three times a day I'll draw a penis on someone's map, and you're the first to notice it". We lossen het tijdsprobleem creatief op door Bear bij het uitzichtpunt van een van de tunnels te zetten en te koken. Onder het eten zien we een trein over zichzelf heen rijden - wat een feest. We jassen Bear heel het park door (de volledige 30 minuten rijden) om op de camping aldaar te verblijven. Een avondwandeling wordt ons door de neus geboord: de brug in de wandeling is weggeslagen door de rivier. Terug bij de camper inventariseren we de laatste dag en de voorraden. Onze voorraad overtreft ons aantal overgebleven dagen op een aantal punten. We weten wat ons te doen staat.
Als we de volgende dag gaan wandelen boven in Yoho vreten en drinken we alles wat we tegenkomen in Bear. We gaan in recordtijd naar boven om de gehele Valei te aanschouwen. We zien nog wat gletsjers, een waterval en een hoop stenen. Op de terugweg nog langs de voet van de enorme waterval waar we veel aziaten zien en een beetje vochtig worden door de enorme waterval. Content met onze dagbesteding starten we de benzineslurper en draaien hem weer de highway op, terug naar zijn thuis, op weg naar de conclusie van deze reis.
p.s. Wij zijn immidels alweer 'veilig' thuis, de verhalen lopen gewoon enigzins achter door een permanent Wi-Fi gebrek.
-
23 Augustus 2016 - 06:25
Mieke:
Leuk berenbordje gefotografeerd , zie ik.
De verslaggeving is weer des Eriks, vlijmscherp zoals sommige kunstgebitten.
Wij doen lekker een tukkie bij de Wallmart met een verfrissende regenval over Zwabberich. (spoelen de beestjes er mooi af)
Werk ze maar weer en tot het volgende bericht. -
24 Augustus 2016 - 07:53
Ineke:
Weer een mooi verslag en Liset is uiteindelijk van de steen afgekomen......intussen gespot door een beer
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley